Spataders

 Wat zijn spataders? 

Aders brengen het bloed terug van de benen naar het hart. Kleine klepjes aan de binnenzijde van de ader voorkomen dat het bloed onder invloed van de zwaartekracht terugstroomt naar de benen. Ze functioneren als een soort terugslagklep. Door een slechte werking van deze klepjes verhoogt de druk in de ader waardoor deze gaat verwijden: we spreken nu van een spatader.

Doorgaans zijn spataders een erfelijke aandoening en komen ze meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Ook tijdens de zwangerschap treden spataders vaak plots op.  

 

Wat zijn de meest voorkomende klachten?

Bij spataders kan je vaak last hebben van een zwaar gevoel in de benen, (nachtelijke) krampen, tintelingen, jeuk, lokale pijn over de spatader,… Bij langer bestaande spataders kunnen er meer ernstige symptomen optreden zoals verkleuring van de huid (okerdermatitis) en zwelling (oedeem) van de benen.

Op termijn is er gevaar voor complicaties zoals ontsteking van de ader (flebitis), bloedklontertjes (thrombosen), bloedingen en slecht genezende wonden van de huid (veneus ulcus of zogenaamde ‘open been’).

Omdat spataders de benen kunnen ontsieren speelt uiteraard ook de esthetische factor een rol in jouw keuze om de spataders te laten behandelen.

 

Patiëntenfolder

Beschikbaar vanaf Q2 2022.

Hoe behandelen wij jouw spataders? 

Tijdens een eerste raadpleging wordt de oorsprong en uitgebreidheid van de spataders onderzocht door klinisch nazicht van de benen aangevuld met een duplex. Dit laatste is een echografie van de aders in de benen en is altijd nodig ongeacht de uitgebreidheid van jouw ziekte.

Op deze manier kan jouw arts een gedetailleerd beeld krijgen van de aangetaste aders om dan afhankelijk van jouw klachten, de diameter en ligging van de spataders één van volgende behandelingen voor te stellen. 

  • Droogspuiten (sclerotherapie):
    Voor de allerfijnste spataders – we noemen deze ‘spider veins’ – worden scleroserende spuitjes in de adertjes gegeven. Dit laat ons toe om het adertje te laten verschrompelen. Deze inspuitingen gebeuren ambulant tijdens de raadpleging en zijn nagenoeg pijnloos. Een verdoving is dus niet vereist.Na deze behandeling dien je wél gedurende enkele dagen steunkousen te dragen om het effect van de inspuitingen te verhogen.
  • Schuimbehandeling (foamsclerotherapie):
    Net zoals bij gewone sclerotherapie worden de adertjes rechtstreeks aangeprikt maar deze keer worden ze ingespoten met ‘schuim’. Dit laat ons toe om grotere aders te behandelen. Doorgaans kan ook dit ambulant op raadpleging. Achteraf dien je de steunkousen wel langer te dragen en zeker voldoende te bewegen.Bij zeer uitgebreide aantasting kan jouw arts ook kiezen om de schuimbehandeling in het dagziekenhuis uit te voeren met verdoving, zoals voor een chirurgische ingreep.
  • Chirurgische ingreep:
    Bij grote spataders is een operatieve ingreep nodig. Een chirurgische ingreep gebeurt in het dagziekenhuis.
Meestal kiezen we voor een ruggenprik of rachi-anesthesie; in zeldzame gevallen wordt gekozen voor een algemene verdoving. We onderscheiden 2 soorten ingrepen:

     

    • De endoveneuze of laserbehandeling:
      De grote spatader wordt onder de knie aangeprikt, waarna een laser in de ader wordt geschoven tot aan de lies. Vervolgens wordt de ader dichtgeschroeid. De kleine takjes worden via mini-incisies verwijderd.
      De wondjes moeten niet gehecht worden. Omdat de ingreep gebeurt via de binnenkant van de ader, is een snel herstel mogelijk.
    • De klassieke operatie of stripping:
      De grote spatader wordt ter hoogte van de lies of de knieholte afgebonden via een klein sneetje. Vervolgens wordt de volledige ader uitgetrokken met behulp van een stripper. Het sneetje wordt gehecht met een draadje dat achteraf volledig oplost. De kleine takjes worden ook hier verwijderd via mini-incisies. 


      Bij beide ingrepen worden direct na de ingreep compressieve bandages aangelegd. Bij ontslag in de namiddag worden deze ofwel vervangen door steunkousen ofwel blijven deze verbanden zitten tot de volgende dag. Jouw arts zal je vooraf informeren voor welke optie er wordt gekozen. Achteraf dien je de steunkousen nog een drietal weken te dragen. Daarnaast dienen dagelijks spuitjes ter hoogte van de buik te worden gezet ter voorkoming van klontertjes. Hiervoor kan je eventueel beroep doen op verpleeghulp aan huis.

      Na één week kom je terug bij jouw behandelende arts voor een eerste controle. Aarzel bij bijkomende vragen niet om jouw arts te contacteren, hij of zij helpt jou graag verder!